De Vieilles Tiges van de Belgische luchtvaart vzw

De redding van de regimentsvaandels van het Belgische Leger in 1940

Uittreksel van: De Oorlogsvrijwilliger 1° trimester 1999
Door A. Pattyn

Einde mei 1940 : het Belgische leger ondergaat de steeds hevigere stormloop van de Duitse indringer. Het is historisch bewezen dat de weerstand aan de Leie ruimschoots bijgedragen heeft tot de succesvolle herinscheping van het Brits expeditiekorps en van een groot deel van het Franse leger te Duinkerken.

De strijd is echter ongelijk, en Koning Leopold III beseft dat de capitulatie weldra onvermijdelijk zal zijn. Hij wil echter niet dat de emblemen van zijn regimenten in handen van de vijand vallen. Op 27 mei, rond 14 uur, geeft hij het bevel aan al de eenheden om de vlaggen, standaarden, vaantjes met toebehoren: stokken, leeuwen, enz. naar het Hoofdkwartier in het kasteel van Wijnendaale over te brengen. Zij die hier geen gevolg aan kunnen geven moeten ervoor zorgen dat de emblemen vernietigd worden.

Intussen worden twee Stafofficieren naar Mgr Lamiroy, Bisschop van Brugge gestuurd, met het verzoek of hij de vaandels zou willen verbergen. De bisschop gaat hier echter niet op in, omdat hij oordeelt dat deze onderneming te veel risico’s inhoudt: de stad is overvol met vluchtelingen, een bombardement kan steeds gevreesd worden, en de Duitse troepen naderen in versneld tempo.

Terug op het hoofdkwartier - het is dan reeds 17 uur - worden beide officieren door de Koning met dezelfde opdracht gezonden naar de St-Andriesabdij van Zevenkerken op de grens tussen St-Andries-Brugge en Loppem. Zonder aarzelen antwoordt Pater Abt Dom Theodore Nčve: “Natuurlijk aanvaard ik uw voorstel. Het is voor de abdij van St-Andries een grote eer de eervolle vaandels van het leger te ontvangen. Wij zullen aIles in het werk stellen om ze aan de vijand te onttrekken”. De opdracht is echter gevaarlijk: de abdij was tot veldhospitaal omgevormd. en er liggen meer dan 800 gekwetsten : Belgen, geallieerden en vijanden. De abt toont aan de twee officieren een achterdeur langswaar zij zullen moeten binnenkomen. Dan roept hij Pater Francis de Meeűs bij zich en vertrouwt hem de organisatie van deze onderneming toe, met formeel verbod daar met iemand anders over te spreken

De nacht is gevallen. Pater Francis houdt discreet toezicht en wacht op de officieren met hun kostbare vracht . Er zullen drie reizen nodig zijn, langs kleine wegen, om geen argwaan te wekken. ln totaal worden 37 regimentsvaandels aangebracht, alsook het toebehoren, fanions, en andere emblemen: er waren er die in een kistje zaten of in karton, andere in bruin papier gewikkeld, of zelfs onverpakt. Er was ook een zware koffer met geheime documenten van het Belgische Leger

De drie mannen dragen alles naar boven. in een lokaal dat gelegen is in de vleugel die door de abt bewoond wordt. Wanneer dit werk ten einde is, is het reeds zeven uur in de morgen op 28 mei, dag van de capitulatie...

De vaandels mogen echter niet in dit lokaal blijven. Pater Francis kent een ideale bergplaats. en toont die aan de officieren, die het Hoofdkwartier hiervan moeten op de hoogte stellen.

In deze vleugel van het gebouw is er een torentje waar de abtskapel in gelegen is. Oorspronkelijk was dit torentje echter niet zo hoog, maar het werd later opgetrokken om er een andere kapel in te richten voor de abt. Tussen het plafond van de onderste kapel en de vloer van de bovenste is een open ruimte, moeilijk bereikbaar, en waarvan niemand iets af wist, zelfs niet de abt. Als jonge monnik heeft Pater Francis op zekere dag deze schuilplaats toevallig ontdekt. Zijn besluit staat vast: daar zal hij de vlaggen in verbergen.

Er moeten echter muurtjes gemetseld worden om deze ruimte volledig af te bergen. Pater Francis spreekt zijn medebroeder Yves Lencot aan. Deze is bouwkundig tekenaar en landmeter en dus goed op de hoogte van elke bouwwerk. Pater Francis geeft hem vertrouwelijk de opdracht deze taak uit te voeren, onder voorwendsel de archieven van de abdij daarin veilig te stellen tot na de oorlog. Het is geen gemakkelijke klus om stenen, cement. zand en water naar boven te dragen zondcr de aandacht te trekken van de andere kloosterlingen, de gekwetsten en het verplegend personeel, maar de twee mannen brengen hun karwei tot een goed einde